Hoe bouw je een feelgoodverhaal nu eigenlijk op?

Je hebt een droom. Je wilt een feelgoodverhaal schrijven. Een waarbij je lezer heerlijk mee kan leven met je hoofdpersonage. Zich herkent in al haar (of zijn) struggels en meejuicht (in stilte of hardop) als ze elkaar ein-de-lijk hebben gevonden en een lang en gelukkig leven met elkaar hebben. Want dat is hoe een feelgoodverhaal in elkaar zit toch?

Hmm, niet helemaal. Het leuke van een feelgoodverhaal is namelijk dat op heel veel vlakken net het echte leven is. Met ups en downs natuurlijk. Jouw eigen leven gaat immers ook niet in een rechte lijn omhoog. Ook jij ervaart dingen in het leven die lang niet altijd even leuk zijn. Het is nu eenmaal niet altijd rozengeur en maneschijn. Was het maar zo…

Maar zou je het zelf willen? Een leven waarin altijd alles goed gaat en alles lukt? Van je ‘fouten’ kun je leren toch? Je groeit juist als mens van ervaringen die wat minder leuk zijn.

En dat is precies wat je wilt voor je personages. Het moeten net echte mensen zijn. Daar horen ook minder leuke ervaringen bij. Maar hoe verwerk je die nu in een goed feelgoodverhaal?

Het begin: de haak

Om je lezer gelijk in het verhaal te trekken heb je een knaller van een haak nodig. In een feelgood is dat vaak een nogal ongemakkelijke of vervelende situatie voor je hoofdpersoon.
Zo heb ik wel eens een boek gelezen waarin de hoofdpersoon zich op haar eerste werkdag helemaal niet lekker voelt en voor de deur van het kantoor over de (gaatjes!)schoenen van de man kotst die de deur voor haar openhoudt. En uiteraard blijkt dat later haar leidinggevende te zijn.

Of dat de hoofdpersoon haar wereldreis moet afbreken omdat ze bericht krijgt dat het niet goed gaat met een van haar ouders.

Kortom: je moet gelijk in het verhaal zitten. Of dat nu een ietwat overdreven situatie is of een die ook jou zo maar kan overkomen. Maak er een lekkere binnenkomer van.

De opbouw naar de climax

Daarna bouw je het verhaal verder op richting de climax waarbij je hoofdpersonage eindelijk samenkomt met de liefde van haar of zijn leven. Maar, je raadt het al, ook dat gaat natuurlijk niet in een rechte lijn.

Er zullen zich situaties voordoen die niet helemaal ten goede komen aan het liefdesverhaal. Je hoofdpersonage zal diverse obstakels moeten overwinnen tot en met het moment dat iedereen denkt: dit komt nooit meer goed.

En dan… is daar die ene scene. Dé scene waarbij alles in een sneltreinvaart richting het vuurwerk gaat.

En daarna?

Het verdere verloop is aan jou. Je kunt eindigen met de climax, maar je kunt er ook nog een epiloog aan vastplakken waarbij je de situatie bijvoorbeeld een jaar later beschrijft (de trouwdag, een positieve zwangerschapstest, of het tekenen voor het huis dat ze samen hebben gekocht). Maar onthoud: het belangrijkste kenmerk van een feelgood is natuurlijk dat het je goed moet laten voelen. Dus welk einde je ook verzint; zorg ervoor dat je lezer met een positief gevoel het boek dichtslaat.

En dan heb je straks zo maar je eigen eerste feelgoodverhaal geschreven! En als mijn blog hieraan heeft kunnen bijdragen, dan ben ik een blije redacteur.
Wat ik je nog wel wil meegeven is dat alles wat hierboven staat een globale opbouw van een feelgoodverhaal is. Je mag er natuurlijk altijd je eigen draai aan geven. Maar als je dit allemaal voor de eerste keer doet, is deze opbouw een hele fijne om mee te gaan werken.

Verhaal klaar?

Dan is het tijd voor de inhoudelijke redactie. Hierbij wordt er onder andere gekeken naar de opbouw van je verhaal, zijn er plotgaten, komen je personages goed tot ontwikkeling?

Staat je verhaal als een huis? Dan komt de tekstuele redactie aan bod. Waar er bij de inhoudelijke redactie vooral naar het verhaal wordt gekeken, wordt er bij de tekstuele redactie naar de taal gekeken. Lopen de zinnen lekker? Hoe staat het met de alinea-indeling? Uiteraard wordt er ook naar de spelling en grammatica gekeken.

Daarna is de allerlaatste stap aan de beurt. De correctieronde. Bij het corrigeren wordt er vanuit het opgemaakte document gewerkt. De versie die van de vormgever vandaan komt en eruit ziet zoals je boek er ook uit zal gaan zien. Bij de correctie wordt er op woordelijk niveau naar je manuscript gekeken. Zijn er niet per ongeluk letters omgedraaid? Staan de aanhalingstekens goed? Is er niet ergens een d-tje of een t-tje vergeten?

Wil je nu eens ervaren wat een goede redactie voor jouw manuscript kan doen? Maar ben je nog niet zover dat je je hele manuscript wilt overdragen? Of is je manuscript nog niet helemaal af? Dan is er bij mij de mogelijkheid om even te proeven van het werk van de redacteur. Op deze pagina vind je meer informatie over de Proeverij.

Dan wil ik jou langs deze weg enorm veel succes en vooral veel plezier wensen met het schrijven van jouw (eerste) feelgoodverhaal. Zet ‘m op! Ik geloof in je!